In de jaren twintig was de Kadebuurt in Gouda nog in ontwikkeling. In 1930 gaf de gemeente opdracht aan architect H. de Meer om een gebouw voor de Goudse Praktijk school te ontwerpen. De Meer ontwierp het in de stijl van de Amsterdamse school.
Het schoolgebouw, bekend als de Kadeschool, is opgezet als een rechte gangenschool met zeven leslokalen in twee lagen. Aan het ene uiteinde bevond zich de entree met dienstruimten; aan het andere uiteinde bevonden zich in de bouwmassa die dwars op de gangenschool staat de praktijklokalen en een aula. Kenmerkend voor dit gebouw zijn, wat de bouwstijl betreft, de opvallend hoge daken met overstekende goten en het afwisselende ontwerp met sterke horizontale lijnen, onder broken door verticale elementen.
De raampartijen van de Kadeschool zijn ontworpen overeenkomstig de toenmalige idealen voor een school: ze zijn groot en daardoor krijgt het gebouw veel licht. Het meest bijzonder is echter de hoofdentree met trappenhuis. Hier komen de kenmerken van de Amsterdamse Schoolstijl pas goed tot uitdrukking: de gevel van de gangzijde buigt zich in een vloeiende lijn naar het vooruitsprin gend halfronde trappenhuis op de kop van het gebouw. Bovenin loopt rondom een venster partij die zorgt voor een fraaie belichting van het trappenhuis. Aan de rechterkant van de entreedeuren is in het siermetselwerk de vorm van een hert weergegeven.